Archives

Tag Archive for: ‘bijen’

Wat nu extra aandacht verdient is de watervoorziening bij de bijenkasten. De omstandigheden zijn nu zo dat meiziekte kan optreden: droog weer, veel stuifmeel, jonge bijen die relatief veel broed moeten verzorgen.

Meiziekte is eigenlijk niet iets wat komt door een ziekteverwekker maar kan ontstaan als de jonge bijen veel stuifmeel moeten verwerken om de larven te voeren en er tegelijkertijd te weinig water voorhanden is. Ze kunnen het dan niet verteren en de darmen raken verstopt met stuifmeel. Je ziet de bijen dan krampachtig op de vliegplank lopen met gezwollen achterlijf.

Naast zorgen voor water bij de kasten kan het helpen om verdund suikerwater (1 op 3) op de raten te sproeien. Deze maatregel kun je doen als er meerdere bijen zijn die er last van krijgen.

Boswilgen de wellnesscentra voor bijen

In het voorjaar levert de boswilg het belangrijkste stuifmeel dat in het gehele bijenjaar de bijenkast binnenkomt. De boswilg is namelijk de eerste echte stuifmeelleverancier in het voorjaar. Simpelweg omdat aan een boom veel meer bloemetjes/bloesems staan dan bijvoorbeeld in een perkje krokussen of sneeuwklokjes.

De hazelaar en de (zwarte) els zijn de boswilg qua bloeitijd dan wel voor maar deze twee zijn allebei windbestuivers. Zij hebben geen bijen nodig voor hun voortplanting. De bijen vliegen er alleen maar op als er verder niks te halen is want dit stuifmeel is voor bijen toch minder aanlokkelijk dan het weelderige gele stuifmeel van de boswilg.

De koningin is medio half januari-februari in een rustig tempo opnieuw begonnen met eitjes leggen. Als het stuifmeel van de boswilg binnenkomt is dat voor haar een teken om er meer de sokken in te zetten en vanaf dat moment gaat het bijenvolk weer volop groeien. Veel stuifmeel is dan van harte welkom. Er zijn zelfs imkers die hun bijenkasten naar een gebied brengen waar veel wilgen staan. De zogenaamde wellness-centra voor bijen. Het bijenvolk krijgt er een enorme gezondheidsboost van waar zelfs de winterbijen die in augustus geboren worden nog van profiteren.

Een wilgenboom heeft of groene of gele wilgenkatjes. De groene zijn de vrouwtjes en hebben alleen stampers en nectar. De gele zijn de mannetjes en hebben enkel meeldraden die stuifmeel bevatten. De mannetjes en vrouwtjes wonen niet bij elkaar in één huis zoals bijvoorbeeld de stampers en meeldraden in een appelbloesem. Wilgen zijn tweehuizig zoals dat heet. Je vindt bomen met groene en gele wilgenkatjes wel altijd bij elkaar in de buurt, anders wordt het met de bestuiving natuurlijk helemaal nooit iets.

wilg mannetje en vrouwtje LB

 

 

 

Paarse krokussen voor bijen

Niet veel later dan de sneeuwklokjes steken de krokussen hun kopjes boven de grond. Ze zijn echter niet zo stevig als het sneeuwklokje dus na een regen- of sneeuwbui laten ze al gauw hun kopje hangen en verleppen ze. Dan hebben bijen er niets meer aan.

Krokussen zijn er in allerlei kleuren. Wil je de bijen helpen, plant dan vooral paarse krokussen. Muizen eten namelijk graag de gele krokussen op en de vogels hebben een voorkeur voor de witte. Paars blijft over voor de bijen.

Wist je trouwens dat er ook herfstkrokussen bestaan? Die bloeien van september tot aan kerstmis. Goed idee om die nu te planten want bijen hebben niet alleen in het vroege voorjaar veel en goed stuifmeel nodig maar ook in het late najaar als de winterbijen geboren worden.

Herfstkrokus is overigens niet hetzelfde als herfststijloos. Deze laatste heeft 6 meeldraden en een krokus heeft er drie. Als Food 4 Bees is de herststijloos dus ook reuze geschikt in het late najaar. Nog een geheimpje: er bestaan ook herfst-sneeuwklokjes, Galanthus reginae olgae.

Maar eerst lekker genieten van de krokussen en sneeuwklokjes die nu bloeien. De lente komt eraan, zoveel is zeker!

 

 

Sneeuwklokjes, tingelingeling

Sneeuwklokjes zijn niet alleen mooi maar ook nog eens erg belangrijk voor bijen. Vooral het stuifmeel dat ze leveren is van belang. Het bijenvolk heeft dit nodig om haar nieuwe jonge larfjes en jonge bijen mee te voeden. De koningin van het volk is namelijk na de winterrust weer begonnen met eitjes leggen en er komt zoetjesaan weer leven in de brouwerij.

Echter is er in het vroege voorjaar nog niet veel  stuifmeel te vinden, simpelweg omdat er nog maar weinig bloeit. De sneeuwklokjes hebben als voordeel dat ze goed bestand zijn tegen slecht weer. Als er nog een sneeuwbui besluit langs te komen, raken de sneeuwklokjes daardoor niet van slag. Ook een regenbui deert hen niet.

Het sneeuwklokje heeft oranje stuifmeel en geeft de bijen mooie oranje klompjes aan. En het leuke van sneeuwklokjes is dat je er vanzelf meer krijgt. Plant ze in je tuin, het plantsoen en geef ze cadeau!

Andere vroegbloeiers die belangrijk zijn voor bijen:

Pas op: Poepende Bijen!

De komende dagen gaan de bijen op reinigingsvlucht. Dat betekent dat ze hun darm legen. Een bij kan haar poep wel drie maanden ophouden als het moet. In landen met een lange winter is dat een handige eigenschap. Een bij kan immers niet vliegen als de luchttemperatuur onder de 12 graden is.

Stijgt het kwik boven de 10-12 graden Celsius, na een periode van aanhoudende kou, dan vliegen de bijen en masse naar buiten en vallen er overal kleine spettertjes bijenpoep. Dit kan totaal geen kwaad. Ook niet voor de lak van uw auto. Er zit zelfs een klein beetje bijenwas in dus feitelijk krijgt uw auto een extra poetsbeurt. Vroeger, voor de tijd van de wasdroger, werd met zo’n mooie dag het beddengoed gewassen en buiten gehangen. Het kon dan meteen weer de was in als er bijen overheen gevlogen hadden.

De gevulde darm duwt alle andere organen aan de kant en het achterlijf lijkt van binnen verdacht veel op een zwangere buik. Bijenpoep is geen drolletje maar ziet er meer uit als diarree. De gelige kleur heeft het te danken aan de afvalstoffen uit het stuifmeel.

Foto: Menno Slaats

Datum ambassadeursBIJeenkomst bekend

De eerste ambassadeursbijeenkomst van Food4Bees  zal plaatsvinden op dinsdag 16 april op Landgoed Baest te Oostelbeers.

Een spannende middag. De ambassadeurs zullen hun intentie uitspreken om de bijen in Brabant een helpende hand toe te steken. Slim samenwerken is het motto van Food4Bees en eendracht maakt macht, vandaar dat wij trots zijn op de ambassadeurs en de organisaties die zij vertegenwoordigen. Zij nemen de maatschappelijke verantwoording op zich om zich in te zetten voor de verbetering van de biodiversiteit van ons landschap, en daarmee  het leefgebied van de bijen en andere insecten.

Wilt u weten wie onze ambassadeurs zijn? Klik dan HIER of op ‘ambassadeurs’ in de balk.

Het onderstaande filmpje geeft een goed beeld van de bestaansreden van Food4Bees.

Voor wie geen Engels spreekt: Bloeiende weiden zijn in de afgelopen eeuw langzaam aan vervangen door grote lappen grond met maar één gewas erop (monocultuur). Door de honger zijn bijen verzwakt en worden daardoor eerder ziek.

Bijen zullen hoogst waarschijnlijk niet uitsterven maar we hebben wel een probleem waarvan we het hoogtepunt nog niet gezien hebben. Doel van bijenonderzoek moet van praktische aard zijn. Hoe helpen we de bij dit probleem te tackelen? aldus professor Francis Ratnieks van the University of Sussex

 

Bijen eten honing. Dat is het beeld dat we collectief met ons meedragen. Maar klopt dit eigenlijk wel? Bijen verzamelen inderdaad heel veel nectar in hun honingmaag, brengen dat naar hun nest en maken er daar honing van die ze vervolgens opslaan in de honingraten. Dat is helemaal waar maar bijen snoepen voor hun vitaliteit maar heel weinig van honing. Honing wordt door bijen voornamelijk gebruikt als brandstof om te kunnen vliegen en om hun huis lekker warm te houden, zeg maar om de verwarming te laten branden.

Hetgeen waar bijen gezond en sterk van worden is niet de honing maar dat is het stuifmeel. Dit laatste levert eiwitten, koolhydraten, vetten, mineralen, aminozuren en opvallend veel vitamines. Stuifmeel is een echte bouwstof voor bijen.  Echter het is met stuifmeel net zo gesteld als met onze schijf van vijf. Één soort is te eenzijdig om een gezonde maaltijd te vormen. Voor de gezondheid van bijen is het dus van essentieel belang dat er veel verschillende soorten stuifmeel te vinden zijn in het landschap. Een gezond landschap is een bont bloeiend landschap.

Op de foto zie je stuifmeelkorrels van de zonnebloem (Helianthus annuus), de dagbloem (Ipomoea Purpurea) , de heesterteunisbloem (Oenothera fruticosa), de Griekse Malva (Sildalcea malviflora), de wonderboom (Ricinus communis) en de goudbandlelie (Lilium auratum). Je zou het niet denken maar uit de kleinste stuifmeelkorrel groeit de wonderboom.  Wil je exact weten welke korrel dat is klik HIER en beweeg met je cursor over de foto dan komen de Latijnse namen in beeld.

Wil je nog meer stuifmeelkorrels herkennen kijk dan eens in de Handleiding Pollendeskundigen 2010

In honing vind je piepkleine sporen van stuifmeelkorrels (pollen) terug. Op die manier kun je nagaan uit welke planten dat het bijenvolk nectar gehaald heeft. Honing mag pas bijvoorbeeld klaverhoning heten als er een bepaald percentage pollen in de honing wordt terug gevonden. Bij klaver is dat 45%.

 

Geef je om bijen? Geef ze te eten!

Als je een hondje, of om het even welk ander beestje, aanschaft dan vinden we het vanzelfsprekend dat we dat diertje te eten geven. Hoogst waarschijnlijk verdiepen we ons daar in want we willen het beste voor onze nieuwe vriend.

Hoe anders gaat dit bij bijen. Als we imker worden denken we er niet eens over na of onze bijen wel genoeg te eten krijgen. We gaan er vanuit dat dit zo zal zijn. In tijden dat het agrarische landschap nog kleinschalig van aard was en onze oude imkers nog jong waren, hoefde je daar als imker inderdaad niet over na te denken. Echter door de drastische veranderingen in de laatste 50 jaar in onze agrarische gebieden, en daarmee de drastische verarming aan biodiversiteit in onze buitengebieden,  is deze vraag zelfs van essentieel belang geworden.

Daarbij komt dat de laatste wetenschappelijke inzichten laten zien dat bijen vooral veel, vers en divers stuifmeel nodig hebben om de reservevoorraad voedsel in hun lijfjes te kunnen opslaan. Dit bepaalt in grote mate de vitaliteit van de bij en haar volk. Lees hierover in achtergronden bijenproblematiek op deze site.

Er zijn nog steeds hoofddrachten zoals wilg, koolzaad, esdoorns, acacia, fruitbomen, lindes, heide en balsemien maar de zogenaamde tussendrachten die in het kleinschalig agrarisch landschap (overhoekjes, bloeiende houtwallen, zandpaden, graslandschappen gevuld met bloemen en kruiden) volop te vinden waren zijn verdwenen. Dit betekent voor de bijen dat er drachtpauzes vallen waarin geen continue aanvoer van veel, vers en divers stuifmeel meer is. Iedere dag 5 boterhammen eten is toch iets anders dan alleen op zondag 35 boterhammen eten. Het betekent vooral ook dat er in het volk een heleboel bijen rondlopen die niet erg vitaal zijn en dit tast de vitaliteit van het gehele volk aan.

Food4Bees roept iedereen die om bijen geeft op om bijen eten te geven. Plant overal bloemen, bollen, kruiden, planten, struiken en vooral bomen waaruit bijen veel stuifmeel en nectar kunnen halen. Voor een overzicht welke dit zijn kijk eens op drachtplanten van imkerpedia of op www.drachtplanten.nl of bestel het sympathieke en handzame gidsje “bloemen voor bijen” van imkersvereniging Brummen.

 

 

 

Goed nieuws voor bijen

‘s Werelds meest gebruikte insecticide, Imidaclopride, is voor de eerste keer officieel benoemd als een “onaanvaardbaar” gevaar voor bijen.

Dit meldt de Guardian vandaag. De Europese Voedselveiligheid Autoriteit, EFSA, maakte vandaag een risico analyse openbaar, waarin alleen het gebruik van het middel acceptabel wordt geacht voor planten waar bijen geen gebruik van maken.

Dit is goed nieuws voor wetenschappers en milieu-activisten die de massale bijensterfte van afgelopen jaren wijten aan imidaclopride, en andere “neonicotinoïden” bestrijdingsmiddelen.

bron: hetkanWel 16 januari 2013

12